Hoge Raad buigt zich over vergoedingsrechten bij samenwoners op 17 november 2023

30 januari 2024

Hoge Raad buigt zich over vergoedingsrechten bij samenwoners op 17 november 2023

Vakartikel Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch kent een vergoedingsrecht van € 107.000 toe aan een man die samenwoonde met een vrouw. Het beroep van de vrouw op verjaring slaagt niet. De Hoge Raad vindt dit onbegrijpelijk, vernietigt de uitspraak en verwijst.. [lees verder...]        
Heb je een abonnement op Permanent Actueel of Praktijkondersteuning? Dan lees je dit artikel kosteloos via jouw persoonlijke leeromgeving. Nog geen abonnement? Ervaar nu zelf het gemak van Permanent Actueel met een gratis proefabonnement en blijf eenvoudig up-to-date over ontwikkelingen in de scheidingspraktijk: Lees het gehele artikel met een gratis proefabonnement!  
Vind je dit artikel interessant voor jouw collega of netwerk? Deel dit dan via onderstaande link:

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch kent een vergoedingsrecht van € 107.000 toe aan een man die samenwoonde met een vrouw. Het beroep van de vrouw op verjaring slaagt niet. De Hoge Raad vindt dit onbegrijpelijk, vernietigt de uitspraak en verwijst.

Inleiding 


De feiten:

  • De man en vrouw hebben een lange periode informeel samengewoond.
  • De man en vrouw hadden ieder een woning die tot hun eigen privévermogen behoorde.
  • Tijdens de relatie kopen zij samen een woning waarvoor zij een hypotheek aangaan met een overbruggingsfinanciering van € 214.000.
  • Aan de hypotheek wordt een spaarpolis gekoppeld die eerder tot het vermogen van de man behoorde. Deze spaarpolis is in 1998 afgesloten door de man. Op het moment van aankopen van de gezamenlijke woning wordt deze verzekering omgezet in een polis waarop de man en vrouw beiden verzekeringsnemer zijn. Op het moment van omzetten in 2003 bedraagt de waarde van de polis € 40.232.
  • De man verkoopt zijn woning en lost met de opbrengst de overbruggingsfinanciering af.
  • In 2015 wordt een samenlevingsovereenkomst opgesteld die geen bepalingen bevat over vergoedingsrechten of andere specifieke afspraken die relevant zijn voor deze zaak.
  • De man en vrouw gaan in 2018 uit elkaar. De man woont nog in de woning en wil de woning overnemen.

De man en de vrouw verschillen van mening over de vraag of er al dan niet een vergoedingsrecht is ontstaan voor de man. Ze raken verwikkeld in een juridische procedure.

Zienswijze vrouw:

  • Geen vergoedingsrecht voor aflossing van de overbruggingsfinanciering van € 214.000 door de man. Er is geen overeenkomst waarin een vergoedingsrecht is overeengekomen. Er is ook geen andere rechtsgrond voor een vergoedingsrecht.
  • Als er al een vordering zou zijn dan is deze volgens haar opeisbaar geworden in 2004 en verjaard in 2009.
  • De vrouw stelt dat de waarde van de spaarpolis aan hen beiden voor de helft toekomt.

Zienwijze man:

  • Wel een vergoedingsrecht voor aflossing van de overbruggingsfinanciering van € 214.000 door de man. De vrouw dient de man € 107.000 te betalen. Er is wel een rechtsgrond voor een vergoedingsrecht en er is geen sprake van verjaring.
  • De man stelt dat de waarde van de spaarpolis eerst voor € 40.232 aan hem moet toekomen waarna het resterende saldo bij helfte gedeeld kan worden.

De rechtbank doet uitspraak op 25 maart 2020 en komt tot het volgende:

  • De man dient de vrouw bij het overnemen van de woning de helft van de waarde van de woning minus de hypotheek te vergoeden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de aflossing van de overbruggingslening door de man van € 214.000.
  • De spaarpolis dient bij helfte verdeeld te worden. De man heeft geen vergoedingsrecht in verband met de inbreng van de polis uit zijn privévermogen.

De man gaat in hoger beroep en het Hof doet uitspraak op 23 november 2021 en komt tot het volgende: 

  • De man heeft wel recht op terugbetaling van € 214.000.

Het Hof overweegt als volgt:
De woning is een eenvoudige gemeenschap als bedoeld in art. 3:166 BW. Uit het arrest van de Hoge Raad van 21 april 2006 volgt dat bij de verdeling van die woning, de man recht heeft op vergoeding door de gemeenschap van het bedrag dat hij uit zijn privévermogen ten behoeve van de verkrijging van de woning heeft besteed. Hierbij verwijst het Hof ook naar het arrest van de Hoge Raad van 10 mei 2019. De man heeft bij de verdeling recht op vergoeding door de gemeenschap van € 214.000.

  • De man heeft wel recht op vergoeding van € 40.232. De waarde die resteert dient bij helfte te worden gedeeld.

De man heeft de spaarpolis op 1 juli 1998 afgesloten. Op 1 november 2003 is de polis gewijzigd in die zin dat beide partijen verzekeringnemer zijn geworden en als zodanig op de polis staan vermeld (en is de polis gemeenschappelijk geworden). De polis vertegenwoordigde op dat moment een waarde van € 40.232. Ook voor de polis geldt dat uit het arrest van de Hoge Raad van 21 april 2006, volgt dat de man bij die verdeling, recht heeft op vergoeding door de gemeenschap van € 40.232. Hetgeen na aftrek van die vergoeding van de waarde van de polis resteert, komt ieder naar evenredigheid van zijn aandeel in de gemeenschap (hier zijn de aandelen gelijk) en dus bij helfte toe.

Het beroep van de vrouw op verjaring slaagt niet. De vrouw heeft nagelaten duidelijk te maken vanaf welk moment een mogelijke verjaring zou zijn gaan lopen.

De vrouw gaat in cassatie bij de Hoge Raad. Zij voert het volgende aan:

  • Het Hof legt de arresten van de Hoge Raad van 21 april 2006 en 10 mei 2019 onjuist uit. Het hof heeft uit deze arresten ten onrechte afgeleid dat de man een vergoedingsrecht heeft op de eenvoudige gemeenschap in verband met de aflossing van de hypotheek en de investering in de spaarpolis.

De Hoge Raad doet uitspraak op 17 november 2023 en vernietigt het arrest van het Hof:
De wet kent geen regeling voor vergoedingsrechten van samenwoners. Het Hof heeft volgens de Hoge Raad ten onrechte een vergoedingsvordering afgeleid uit de arresten van de Hoge Raad uit 2006 en 2019. In het arrest uit 2006 ging het om gehuwden terwijl het nu over samenwoners gaat. Uit het arrest uit 2019 kan niet worden afgeleid dat er vergoedingsrechten ontstaan als er sprake is van een ongelijke inbreng bij de financiering van een gemeenschappelijke woning.

Wanneer samenwoners ongelijk hebben bijgedragen aan de financiering van een gemeenschappelijk goed zal aan de hand van het algemene vermogensrecht, waaronder het verbintenissenrecht, beoordeeld moet worden of er sprake is van een vergoedingsrecht. Dat is aan het Hof Arnhem- Leeuwarden die de zaak na de uitspraak van de Hoge Raad moet behandelen en moet beslissen.

Het Hof Arnhem-Leeuwarden zal eerst moeten beoordelen of het beroep van de vrouw op verjaring slaagt. Het oordeel van het Hof Den Bosch, dat de vrouw heeft nagelaten duidelijk te maken vanaf welk moment een mogelijke verjaring is gaan lopen, is volgens de Hoge Raad onbegrijpelijk omdat de vrouw haar beroep op verjaring voldoende heeft geconcretiseerd. Zij heeft immers gesteld dat als er al een vordering was deze in 2004 is ontstaan en in 2009 zou zijn verjaard.

Belang voor de praktijk
Uit deze uiteenzetting vanaf de Rechtbank tot de Hoge Raad blijkt dat het thema vergoedingsrechten enorm uitdagend is. Tegelijkertijd kan vastgesteld worden dat ongeacht de relatievorm het verschuiven/vermengen van vermogen aan de orde van de dag is. In de scheidingspraktijk zal dit in zeer veel gevallen dan ook aandacht vragen. Als professional dien je, ondanks alle onzekere aspecten, cliënten te informeren over de juridische kaders die gelden voor vergoedingsrechten. Naast de juridische kaders van vergoedingsrechten dient ook aandacht te worden geschonken aan het leerstuk van de verjaring. Alleen op deze manier kunnen cliënten goed geïnformeerd tot keuzes komen.

Voor nu wachten wij de uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden af. We houden je op de hoogte.

Het relatievermogensrecht is een belangrijk onderdeel bij afwikkeling van een scheiding. In de leergang Register Erkend Scheidingsadviseur komt dit uitgebreid aan bod.

Daarnaast biedt de Scheidingsdeskundige diverse opleidingen rondom het relatievermogensrecht zoals bijvoorbeeld:
Masterclass Actualiteiten Relatievermogensrecht met Jasper Horsthuis
Masterclass Samenwoners & Scheiden
Tip: beide Masterclasses worden eveneens gegeven tijdens de unieke tweedaagse bijenkomst Bourgondisch Zuid-Limburg


Wil jij perfect op de hoogte blijven?

Ben jij als professional betrokken bij scheidingen? Wil je jouw kennis op een efficiënte manier actueel houden en verder blijven ontwikkelen? Meld je dan aan voor Permanent Actueel van De Scheidingsdeskundige.

  • Wekelijkse verdieping en actualiteiten
  • PE Punten
  • Scheiden in de media
  • FAQ
  • Naslagwerken
  • Maandelijks opzegbaar
leeromgeving.descheidingsdeskundige.nl
De Scheidingsdeskundige
Scheidingsdeskundige Congres 2025