Draagplicht van schulden na ontbinding huwelijksgemeenschap

Geplaatst op 18 juni 2021

Artikel 1:100 BW bepaalt dat schulden die onderdeel zijn van de huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap bij de ontbinding hiervan aan beide echtgenoten voor de helft toekomen. Vanaf 1 januari 2018 is in lid 2 van dit artikel opgenomen dat als de bezittingen van de gemeenschap onvoldoende zijn om de schulden te voldoen er een afwijkende draagplicht vastgesteld kan worden. Deze afwijking van de hoofdregel moet dan wel voortvloeien uit de eisen van redelijkheid en billijkheid. Recentelijk hebben de Rechtbank Den Haag respectievelijk de Rechtbank Rotterdam een uitspraak gedaan waarbij de volledige draagplicht van een gemeenschapsschuld aan één van de echtgenoten werd toegekend.

Rechtbank Den Haag

Man en vrouw zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. De man heeft zonder overleg en/of goedvinden € 50.000 van zijn ouders geleend. De draagplicht van deze schuld valt in de gemeenschap van goederen. De man belegt het geld zonder toestemming van de vrouw in Bitcoins via een buitenlandse niet-gerenommeerde partij en wordt opgelicht. De man en de vrouw twisten over de vraag hoe de draagplicht bij de scheiding moet worden toegekend. De draagplicht van de schuld komt volledig voor rekening van de man.

Rechtbank Rotterdam

Man en vrouw zijn in 2013 gehuwd in gemeenschap van goederen. De vrouw stelt dat moet worden afgeweken van de hoofdregel inzake het vaststellen van de draagplicht van schulden. De rechtbank wijkt af van de hoofdregel en kent de draagplicht van een aantal schulden toe aan de man. Hierbij overweegt de rechtbank:

  • De schulden zijn buiten het medeweten van de vrouw aangegaan
  • De schulden hebben betrekking op onverantwoorde uitgaven zoals verkeersboetes

Belang in de praktijk

Ook bij een overlegscheiding ligt het vraagstuk inzake het afwijken van de hoofdregel van artikel 1:100 BW (50%/50%) regelmatig op tafel. Hierbij is het van belang dat cliënten goed geïnformeerd tot keuzes kunnen komen. Dat betekent dat zij kennis dienen te nemen van de strekking van de hoofdregel en uitzondering zoals verwoord in artikel 1:100 BW. Vervolgens kunnen echtgenoten bepalen of zij aansluiting zoeken bij de hoofdregel of hiervan willen afwijken. Bij het afwijken van de hoofdregel dient aandacht te worden besteed aan de volgende aspecten:

  • Is de afwijkende afspraak ook op langere termijn houdbaar? Emoties zijn mogelijk slechte raadgevers.
  • Is schenkbelasting verschuldigd?
    • Verrijking en verarming
    • Geen tegenprestatie
    • Bevoordelingsbedoeling en/of vrijgevigheid

Als echtgenoten geen overeenstemming weten te bereiken over het toedelen van de draagplicht kan hun specifieke situatie verder onderzocht worden. Hierbij dient bekeken te worden of de som van de bezittingen en schulden van de gemeenschap positief is. Is het antwoord hierop ontkennend dient onderzocht te worden of de redelijkheid en billijkheid zich verzet tegen een gelijke draagplicht.

Voor de professional die betrokken is bij de afwikkeling van scheidingen hebben wij een stroomschema ontwikkeld.

Bijeenkomst “Scheiden en de vermogensafwikkeling” voor de professional
Wil je meer weten over  het relatievermogensrecht?
Op 6 september organiseren wij een bijeenkomst over dit belangrijke thema.
Gastspreker voor deze bijeenkomst is niemand minder dan Bart Breederveld.
Kijk voor meer informatie op onze website:

Bijeenkomst vermogensafwikkeling
 


© Copyright - De Scheidingsdeskundige