25 juni 2024
In dit artikel bespreken we een recente uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het hof geeft daarin een duidelijke opsomming van de benodigde stappen om partneralimentatie opnieuw vast te stellen in geval van een relevante wijziging van omstandigheden. We hebben deze stappen voor je samengevat in een praktisch overzicht.
Het volledige artikel is beschikbaar via Permanent Actueel.
🗞️ Wekelijks delen wij door ons geselecteerde relevante ontwikkelingen of verdieping. Wij vatten de essentie voor je samen en vertalen dit naar jouw praktijk. Ieder artikel bevat bronnen voor als je verder wilt lezen. Ook krijg je tips. Een artikel sluit af met een prikkelende stelling of vraag. Op die manier maken we het bijhouden van kennis efficiënt, inspirerend en praktijkgericht!
💡 Nog geen abonnement? Ervaar nu zelf het gemak van Permanent Actueel met een gratis proefabonnement en blijf eenvoudig up-to-date over ontwikkelingen in de scheidingspraktijk: Lees het gehele artikel met een gratis proefabonnement!
➡️ De Scheidingsdeskundige is een een kennis- en opleidingscentrum voor professionals die betrokken zijn bij het scheidingsproces. Wij hebben maar 1 doel: Het verbeteren van de kwaliteit van scheidingsbegeleiding in Nederland!
Vind je dit artikel interessant voor jouw collega of netwerk?
Deel dit dan via onderstaande link:
In dit artikel bespreken we een recente uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het hof geeft daarin een duidelijke opsomming van de benodigde stappen om partneralimentatie opnieuw vast te stellen in geval van een relevante wijziging van omstandigheden. We hebben deze stappen voor je samengevat in een praktisch overzicht.
Wat was er aan de hand?
De zaak betreft een geschil over partneralimentatie tussen een voormalig CFO van een groot bedrijf (de man) en zijn ex-vrouw. Na zijn uitval wegens gezondheidsklachten en het daarmee samenhangende inkomensverlies, verzocht de man om vermindering van de partneralimentatie. Ook verzocht hij om terugbetaling van teveel betaalde partneralimentatie of verrekening daarvan met toekomstige partneralimentatietermijnen. De rechtbank vermindert naar aanleiding van dit verzoek de bruto partneralimentatie van zo’n € 9.800 zoals opgenomen in het echtscheidingsconvenant naar zo’n € 4.900 per maand.
De vrouw is het hier niet mee eens en gaat in hoger beroep tegen deze beslissing. Haar belangrijkste bezwaren:
De man geeft onder meer de volgende tegenargumenten:
Het hof bevestigt nagenoeg alle beslissingen van de rechtbank en pelt de casus stap voor stap af:
Stap 1: wijziging van omstandigheden
Allereerst stelt het hof vast dat het inkomensverlies van de man door het moeten neerleggen van zijn functie een relevante wijziging van omstandigheden oplevert die herbeoordeling van de partneralimentatie rechtvaardigt.
Stap 2: uitgangspunten van de berekening
Voor de behoefte en draagkracht worden de berekeningen uit de beschikking van de rechtbank als uitgangspunt genomen. Het hof bespreekt hierna (stap 3 t/m 11) alleen die uitgangspunten waarover de man en de vrouw van mening verschillen.
Stap 3: ingangsdatum gewijzigde partneralimentatie
Het hof sluit aan bij door de rechtbank bepaalde ingangsdatum, 1 april 2022.
Behoefte en draagkracht van de vrouw
Stap 4: bepaling behoefte en behoeftigheid van de vrouw
De aanvullende behoefte (behoeftigheid) van € 5.750 uit 2014 is door de man erkend en is daarom ook het uitgangspunt voor het hof. Uiteraard is daarop indexering toegepast.
Stap 5: verdiencapaciteit van de vrouw
Bijna tien jaar na de scheiding heeft de vrouw niet meer de zorg voor de (inmiddels volwassen) kinderen. Zij had al eerder kunnen solliciteren. Op de vrouw rust de verplichting zich in te spannen om zoveel mogelijk in de kosten van haar eigen levensonderhoud te voorzien. Omdat niet is gebleken dat de gezondheid van de vrouw hieraan in de weg staat, gaat het hof ervan uit dat de vrouw fulltime kan werken. Het hof stelt de verdiencapaciteit van de vrouw vast op het wettelijk minimumloon.
Draagkracht van de man
Stap 6: verdiencapaciteit van de man
De inkomensvermindering van de man door zijn gezondheidsklachten is niet voor herstel vatbaar. De man heeft voldoende vermogen om financiële tegenvallers van zijn nieuw opgestarte eenmanszaak te kunnen opvangen en om in zijn pensioen te kunnen voorzien. Het hof houdt daarom geen rekening met een financiële buffer.
Stap 7: is het inkomensverlies verwijtbaar
Het inkomensverlies is de man niet te verwijten, hij had het ook niet kunnen voorkomen.
Stap 8: tekort in draagkracht, werkelijke woonlast?
De man hoeft niet zijn hypotheek af te lossen om een hogere draagkracht te realiseren. In de berekening over 2022 rekent het hof met de werkelijke woonlasten. Vanaf 2023 is de systematiek van het woonbudget de norm. Nu er een tekort in draagkracht blijkt te ontstaan, dient voor de berekening van de partneralimentatie vanaf 2023 te worden onderzocht of de werkelijke woonlasten in aanmerking moeten worden genomen. Aangezien de man een nieuwe partner heeft waarmee hij samenwoont, zijn de woonlasten van de man aanmerkelijk en duurzaam lager dan het woonbudget. Zodoende houdt het hof voor zowel 2022 als 2023 rekening met de helft van de werkelijke woonlast.
Stap 9: moet de man interen op zijn vermogen?
De vrouw had eerder en meer kunnen gaan werken en een groot deel van het vermogen van de man is opgebouwd na de scheiding. Daarom vindt het hof het niet redelijk dat de man moet interen op zijn vermogen. Bovendien beschikt de vrouw ook over vermogen. Bij de bepaling van de hoogte van haar aanvullende behoefte is aan haar kant ook geen rekening gehouden met het interen op vermogen. Het hof ziet niet in waarom voor de man een andere maatstaf zou gelden. Dat het totale box 2 en 3 vermogen van de man neerkomt op bijna € 2.500.000 vindt het hof niet relevant.
Stap 10: inkomensvergelijking
Na inkomensvergelijking komt het hof uiteindelijk tot de volgende (afgeronde) bruto maandbedragen van partneralimentatie. Allen lager dan het (geïndexeerde) bedrag zoals opgenomen in het convenant (€ 9.875 bruto per maand per 1 mei 2015), maar hoger dan de € 4.900 per maand later door de rechtbank naar aanleiding van het geschil vastgesteld:
|
2022
|
€ 8.081
|
|
2023
|
€ 7.529
|
|
2024
|
€ 7.996
|
Stap 11: terugbetaling teveel betaalde partneralimentatie?
Het hof komt tot een lagere partneralimentatie dan oorspronkelijk bij de scheiding is vastgesteld. De man heeft sinds 1 april 2022 teveel betaald. Hierdoor wordt relevant of van de vrouw gevraagd kan worden de teveel betaalde partneralimentatie terug te betalen of dat de man dit verrekent met toekomstige partneralimentatie. Gezien haar verdiencapaciteit, de niet geringe partneralimentatie en het liquide vermogen van de vrouw mag de man de teveel betaalde partneralimentatie verrekenen met toekomstige bedragen. Dit betekent dat de man vermoedelijk over zo’n 22 maanden teveel partneralimentatie heeft voldaan en de vrouw daarom de komende maanden geen partneralimentatie zal ontvangen.
Belang voor de praktijk
Het komt in de scheidingspraktijk regelmatig voor dat een cliënt stelt dat er sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden waardoor alimentatie moet worden aangepast.
Maar wanneer is er eigenlijk sprake van een relevante wijziging van omstandigheden die een wijziging rechtvaardigt? Artikel 1:401 BW geeft hiervoor de wettelijke kaders voor zowel kinderalimentatie als partneralimentatie.
Schematisch kan dit als volgt worden uitgewerkt, waarbij wordt aangegeven of de alimentatie nog gewijzigd kan worden:

Deze wettelijke kaders bieden echter weinig duidelijke aanknopingspunten voor de beroepspraktijk. Met het stappenplan van het hof kan een relevante wijziging volgens een duidelijk stappenplan worden in kaart worden gebracht.
Niet-wijzigingsbeding
Het kan zijn dat jouw cliënten een niet-wijzigingsbeding zijn overeengekomen dat de alimentatie afspraken niet bij rechterlijke uitspraak kan worden gewijzigd of dat dit alleen bepaalde omstandigheden kan. Wijziging door de rechter is dan alleen mogelijk als de omstandigheden zo ingrijpend zijn gewijzigd dat degene die om wijziging verzoekt naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer meer aan de afspraak kan worden gehouden.
Of het daadwerkelijk zover komt dat partijen in gesprek gaan is maar de vraag. Voor jou als scheidingsbegeleider is een rol weggelegd om allereerst met deze cliënt te bespreken of het inderdaad de moeite waard lijkt om de vermoedelijk toch al kwetsbare relatie met de ex-partner onder druk te zetten. Is er daadwerkelijk een significant wijziging van de in partneralimentatie te verwachten als alle relevante omstandigheden worden meegenomen die een herberekening rechtvaardigt? Wanneer de cliënt deze vragen bevestigend beantwoordt, kan de ex-partner worden uitgenodigd om in gesprek te gaan over een mogelijke herberekening. Het kan helpend zijn als de ex-partner weet dat hij/zij hiertoe niet verplicht is en dat afspraken pas vastliggen als deze door een ondertekende vaststellingsovereenkomst zijn bekrachtigd.
Wanneer cliënten het inderdaad er over eens zijn om een wijziging van de partneralimentatie te onderzoeken, kan dan worden bekeken met welke omstandigheden eventueel rekening moet worden gehouden of waarover cliënten een uitgangspunt moeten formuleren. De stappen van het hof kunnen hierin behulpzaam zijn als leidraad om tot afspraken te komen.
Wil je graag verdieping op dit onderwerp? De Scheidingsdeskundige biedt diverse aan dit onderwerp gerelateerde opleidingen:
Ben jij als professional betrokken bij scheidingen? Wil je jouw kennis op een efficiënte manier actueel houden en verder blijven ontwikkelen? Meld je dan aan voor Permanent Actueel van De Scheidingsdeskundige.