Waardering AB-latentie bij scheiding: nominaal of contant?

21 januari 2025

Waardering AB-latentie bij scheiding: nominaal of contant?

Rechtbank Gelderland beslist over de hoogte van de aanmerkelijk belang-claim waar rekening mee moet worden gehouden bij de waardering van aandelen in een besloten vennootschap bij de afwikkeling van een scheiding: nominale of contante waarde? Dit heeft grote gevolgen voor de vermogensverdeling!


Rechtbank Gelderland beslist over de hoogte van de aanmerkelijk belang-claim waar rekening mee moet worden gehouden bij de waardering van aandelen in een besloten vennootschap bij de afwikkeling van een scheiding: nominale of contante waarde? Dit heeft grote gevolgen voor de vermogensverdeling!

Wat was er aan de hand?
De man en de vrouw zijn met elkaar gehuwd geweest in algehele gemeenschap van goederen. In 2023 zijn zij gescheiden. Tot de huwelijksgemeenschap behoren (onder meer) de aandelen in een besloten vennootschap van de man. Door ontbinding van het huwelijk hebben zij beiden recht op een gelijk aandeel in de ontbonden huwelijksgemeenschap die in verband met de scheiding wordt verdeeld.

Omdat in de toekomst inkomstenbelasting in box 2 betaald moet worden over het verschil tussen de waarde in het economische verkeer en de verkrijgingsprijs van de aandelen, dient bij het bepalen van de waarde van de aandelen die in de verdeling wordt betrokken, rekening gehouden worden met een latente aanmerkelijk belang claim (AB-claim).

De vrouw stelt dat rekening moet worden gehouden met de contante waarde van de AB-claim en niet met de nominale waarde. Deze is door haar financieel adviseur berekend op 8,22%.

De man stelt zich op het standpunt dat de AB-claim dient te worden gesteld op het nominale tarief dat gelijk is aan het bedrag van de AB-heffing die zou moeten worden betaald bij een verkoop van een BV of uitkering van het vermogen op de peildatum en dat is 26,9% (tarief 2023).

Hoe hoger het percentage van de AB-claim, hoe lager de waarde van de aandelen die in de verdeling moet worden betrokken.

De rechtbank oordeelt dat rekening moet worden gehouden met een nominale AB-claim van 26,9% en bouwt dit antwoord als volgt heel gestructureerd op:

  • De aandelen staan juridisch op naam van de man.
  • Op grond van de huwelijksgemeenschap zijn de man en de vrouw, ieder voor een gelijk deel (50%), AB-houder.
  • De man en de vrouw zijn het erover eens dat de aandelen aan de man worden toebedeeld tegen een waarde van € 4.048.202.
  • De vrouw vervreemdt haar belang bij de levering van de aandelen (akte van verdeling) aan de man.
  • Normaliter betekent ‘vervreemden’ fiscaal afrekenen over de meerwaarde (overdrachtsprijs - verkrijgingsprijs) tegen het box 2 tarief van 26,9%. [1]
  • Artikel 4.17 Wet IB voorkomt deze afrekening als aan de voorwaarden uit dit artikel wordt voldaan (geruisloze doorschuiving). [2]
  • De man verkrijgt door de levering 100% van de aandelen in ruil waarvoor hij de helft van de genoemde waarde aan de vrouw betaalt.
  • De man zal eveneens gebruik maken van de mogelijkheid om de heffing van inkomstenbelasting ter zake van dit aanmerkelijk belang door te schuiven.
  • Zonder doorschuiven zouden beide partijen een bedrag aan inkomstenbelasting ter grootte van 26,9% van de waarde van de aandelen op de peildatum verschuldigd zijn.[3]
  • De man keert daadwerkelijk de helft van de waarde uit aan de vrouw. Net zoals de man rendement kan halen op de nu niet betaalde doorgeschoven inkomstenbelasting, kan de vrouw dat ook met het bedrag dat zij krijgt ter compensatie van de overdracht van de aandelen. Zij wordt dus op geen enkele wijze benadeeld doordat de man de door hem verschuldigde inkomstenbelasting vanwege de AB-claim niet meteen afrekent, maar op een later moment in de toekomst.
  • Bij deze vermogensafrekening, waarbij daadwerkelijk de helft van de waarde van de aandelen aan de vrouw wordt uitgekeerd, wordt de waarde van de aandelen (net als de waarde van alle andere vermogenscomponenten) vastgesteld op het bedrag dat zou zijn ontvangen bij verkoop daarvan op de peildatum. Dit uitgangspunt zal dan ook moeten worden gehanteerd bij de bepaling van de waarde van de AB-claim.

Belang voor de praktijk
De waardering van de AB-latentie zette een aantal vooraanstaande specialisten lijnrecht tegenover elkaar.[4] Dit zorgt voor onzekerheid in de scheidingspraktijk. In 2022 werd de waardering van de AB-latentie aan de Hoge Raad voorgelegd.[5] De Hoge Raad nam helaas geen concreet standpunt in over de waardering van de AB-claim. Bij de Scheidingsdeskundige zijn wij altijd overtuigd geweest van het bepalen van de AB-claim op nominale waarde. We zijn dan ook blij dat de Rechtbank Gelderland tot dezelfde conclusie komt met een duidelijke en praktisch toepasbare argumentatie. De praktijk is gebaat bij deze duidelijkheid. Let op: het is natuurlijk mogelijk dat de vrouw in hoger beroep gaat tegen de uitspraak. Dan mag het hof zich over de kwestie buigen. We houden jou in dat geval uiteraard op de hoogte.


Begeleid je regelmatig scheidingen waarbij een ondernemer is betrokken of wil je dit graag gaan doen? De Scheidingsdeskundige biedt diverse opleidingen over het thema scheiden en de ondernemer:

Scheiden & Ondernemers (Bundel) --NIEUW!--
Ondernemer en alimentatie
Alimentatierekenen voor scheidende ondernemers



[1] De overgang onder algemene titel wordt in beginsel als een aanmerkelijk belang vervreemding aangemerkt o.g.v. art. 4.16 lid 1 onder e Wet IB 2001.
[2] Art. 4.17 Wet IB 2001 maakt een uitzondering op art. 4.16 lid 1 onder e Wet IB 2001 voor de verdeling van een huwelijksgemeenschap binnen 2 jaar na het ontbinden van het huwelijk anders dan door overlijden.
[3] Deze overweging van de rechtbank is ons inziens onjuist. Alleen de vervreemder (i.c. de vrouw) zou op de peildatum inkomstenbelasting verschuldigd zijn.
[4] Vaststelling waarde AB-claim in het kader van de verdeling of verrekening – Drs. S.C.M. Schilder EB 2022/74, Reactie op S.C.M. Schilder, ‘Vaststelling waarde AB-claim in het kader van de verdeling of verrekening’ - Mr. dr. M.H.M. van Oers, EB 2022/74. T.C.E. Boringa & E.R. Lankester, ‘De aanmerkelijkbelangclaim: nominaal of contant en rentevoordeel of rentenadeel?’, FTV 2022/11, nr. 36.
[5] Hoge Raad 22 april 2022 – ECLI:NL:HR:2022:583

Wil jij perfect op de hoogte blijven?

Ben jij als professional betrokken bij scheidingen? Wil je jouw kennis op een efficiënte manier actueel houden en verder blijven ontwikkelen? Meld je dan aan voor Permanent Actueel van De Scheidingsdeskundige.

  • Wekelijkse verdieping en actualiteiten
  • PE Punten
  • Scheiden in de media
  • FAQ
  • Naslagwerken
  • Maandelijks opzegbaar
leeromgeving.descheidingsdeskundige.nl
De Scheidingsdeskundige
Scheidingsdeskundige Congres 2025