Is het redelijk om pensioenverevening bij een scheiding uit te sluiten omdat een van beide partners na beëindiging van het huwelijk betere omstandigheden heeft om toekomstig pensioen op te bouwen? De Rechtbank Den Haag vindt (terecht) van niet! (31 januari 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:1124)

Op grond van artikel 1:155 BW dient bij echtscheiding het pensioen dat is opgebouwd na de huwelijkssluitingen vóór de echtscheiding verevend te worden. Daarvan kunnen partners afwijken door dit bij huwelijkse voorwaarden uit te sluiten of in een echtscheidingsconvenant overeen te komen. Daar is in deze casus echter geen sprake van. De argumenten van een van beide partners om diens pensioen niet te verevenen omdat diegene na de scheiding niet full time kan werken en geen volledig pensioen op kan bouwen en straks afhankelijk is van dit pensioen hebben geen invloed op het wel of niet toepassen van de wet verevening pensioenen bij scheiding.

Open deur als je het ons vraagt!

Het volledige artikel is beschikbaar via Permanent Actueel.

🗞️ Wekelijks delen wij door ons geselecteerde relevante ontwikkelingen of verdieping. Wij vatten de essentie voor je samen en vertalen dit naar jouw praktijk. Ieder artikel bevat bronnen voor als je verder wilt lezen. Ook krijg je tips. Een artikel sluit af met een prikkelende stelling of vraag. Op die manier maken we het bijhouden van kennis efficiënt, inspirerend en praktijkgericht!

💡 Nog geen abonnement? Ervaar nu zelf het gemak van Permanent Actueel met een gratis proefabonnement en blijf eenvoudig up-to-date over ontwikkelingen in de scheidingspraktijk: Lees het gehele artikel met een gratis proefabonnement!