Tariefcorrectie niet van toepassing bij doorbetalen pensioen aan ex-echtgenoot!

Bij het doorbetalen van pensioen aan een ex-echtgenoot kan een belastingplichtige geconfronteerd worden met de tariefcorrectie die in 2020 is ingevoerd. Het Hof den Haag vindt dat deze tariefcorrectie bij het doorbetalen van pensioen in strijd is met de beginselen van gelijke behandeling en discriminatie.

Inleiding - Theoretisch kader
Sinds 2020 hebben we te maken met de fiscale tariefcorrectie.[1] Deze tariefcorrectie leidt ertoe dat de persoonsgebonden aftrek, die bij scheidingen regelmatig in beeld komt, feitelijk niet meer tegen het hoogste tarief in box 1 afgetrokken kan worden.

Fiscaal-technisch is het goed om op het netvlies te houden dat belastingplichtigen de persoonsgebonden aftrek in beginsel tegen het hoogste tarief aftrekken maar dat via de achterdeur er een extra bedrag aan belasting betaald moet worden; de tariefcorrectie. Zo heeft de tariefcorrectie geen gevolgen voor de hoogte van het inkomen uit werk en woning en het verzamelinkomen en daarmee op de hoogte van heffingskortingen en toeslagen.

Voorbeelden van persoonsgebonden aftrekposten die een rol kunnen spelen bij scheidingen:

• Betaalde partneralimentatie - art. 6.3 lid 1a Wet IB 2001
• Afkoopsommen van partneralimentatie - art. 6.3 lid 1b Wet IB 2001
• Bedragen die worden voldaan ter verrekening van pensioen en lijfrentevoorzieningen - art. 6.3 lid 1d Wet IB 2001
• Verstrekken van woongenot aan ex-partner – art. 6.3 lid 2 Wet IB 2001
• Afkoop partneralimentatie door storting in een lijfrentevoorziening – art. 6.5 Wet IB 2001
• Verrekening van pensioenen door betaling van een lijfrentevoorziening – art. 6.6 Wet IB 2001
• Et cetera

Het toepassen van de tariefcorrectie kan om grote bedragen gaan. In de situatie dat iemand € 10.000 euro per jaar aan zijn ex-echtgenoot moet betalen in verband met pensioenverrekening is de tariefcorrectie (extra te betalen belasting) € 1.202 euro (2025) per jaar. In een meerjarenperspectief kan dat oplopen tot enkele tienduizenden euro’s.

De uitspraak van het Hof Den Haag die wij in dit artikel behandelen ziet op een persoonsgebonden aftrek die betrekking heeft op het doorbetalen van pensioen aan een ex partner. Dat gaat dus niet over alle persoonsgebonden aftrekposten.

Wat was er aan de hand?
Maarten en Vera zijn in 1992 gescheiden en zijn in verband met de scheiding overeengekomen dat Maarten vanaf pensioeningangsdatum jaarlijks een bedrag van ruim € 4.000 zal betalen ter verrekening van de pensioenrechten.

De goede lezer zal signaleren dat deze pensioenafwikkeling plaatsvond voordat de Wet Verevening Pensioenen bij Scheiding was ingevoerd op 1 mei 1995. Verrekening van het pensioen heeft plaatsgevonden volgens de zogenaamde ‘Boon van Loon-regeling’.

Maarten trekt in 2020 en 2021 jaarlijks de betaalde € 4.000 euro af als persoonsgebonden aftrek. Door de tariefcorrectie wordt hij beperkt in zijn aftrek. Maarten vind dat onrechtvaardig. Bij een scheiding onder de WVPS krijgt de vereveningsgerechtigde, indien deze zich binnen twee jaar meldt bij de pensioenuitvoerder, een zelfstandig recht op uitbetaling. In dat geval zou de pensioenuitvoerder het pensioen rechtstreeks aan Vera uitbetalen. Vera zou dan uitsluitend belasting moeten betalen over de ontvangen pensioenuitkering. In de situatie van Maarten en Vera, waarbij geen sprake is van doorbetaling van pensioen, dient naast Vera ook Maarten belasting te betalen over het deel van de aftrek in de hoogste schijf. Voor hem ontstaat op die manier een fiscaal nadeel.

Het Hof Den Haag geeft Maarten gelijk. Er bestaat geen objectieve en redelijke rechtvaardiging voor een verschil in fiscale behandeling tussen beide situaties. De tariefmaatregel moet in dit geval buiten toepassing blijven.

Belang voor de praktijk
Deze uitspraak is wat ons betreft zeer interessant voor de scheidingspraktijk. Ook in situaties waarbij de Wet Verevening Pensioenen van toepassing is wordt regelmatig vergeten de scheiding binnen de termijn van twee jaar door te geven aan de pensioenuitvoerder. In dat geval worden ex-echtgenoten geconfronteerd met de situatie waarbij de vereveningsplichtige partner het verevende deel zelf moet doorbetalen aan de vereveningsgerechtigde partner. Hierbij kan de vereveningsplichtige partner net zoals in de behandelde casus met de tariefcorrectie worden geconfronteerd. Gesteld zou kunnen worden dat dat discriminerend is ten opzichte van iemand die onder het Boon van Loon arrest valt waarvan het Hof nu heeft gezegd dat de tariefcorrectie niet van toepassing is omdat deze in strijd is met gelijke behandeling en discriminatie.

Bij het doen van de aangifte inkomstenbelasting wordt een eventuele tariefcorrectie automatisch vastgesteld. Als je hier bezwaar tegen wilt maken dan dien je naast de ingediende aangifte schriftelijk bezwaar te maken tegen je eigen aangifte.

In het verleden hebben de “Pensioentoolkit reparatie twee jaarstermijn” ontwikkeld om problemen, als gevolg van het niet doorgeven van pensioenafspraken binnen twee jaar, te repareren. Deze toolkit bevat bouwstenen om jouw cliënten te helpen bij het alsnog rechtstreeks uitbetalen van het pensioen. Hiermee worden een hoop problemen opgelost. Deze toolkit hebben wij nu uitgebreid met een modeldocument bezwaarschift richting de belastingdienst. Met deze brief kun je namens cliënten bezwaar maken tegen de tariefcorrectie.

Toekomst
Nu is het relevant wat er gaat gebeuren. Gaat deze zaak nog naar de Hoge Raad? Grijpt de wetgever in? Eén ding is zeker. We houden het voor je in de gaten!

De Scheidingsdeskundige biedt diverse (verdiepende) opleidingen ten aanzien van de fiscale aspecten van een scheiding:

- Leergang Register Erkend Scheidingsadviseur® (RES)
- Fiscale aspecten van het scheidingsproces