23 april 2024
Als ouders na een scheiding een gelijkwaardige zorgverdeling overeenkomen maar geen overeenstemming kunnen bereiken over waar het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, kunnen financiële argumenten dan doorslaggevend zijn? Hof Den Bosch geeft duidelijkheid. [lees verder...]
Auteur: Drs. W.E. (Willeke) de Boer RES
➡️ De Scheidingsdeskundige is een een kennis- en opleidingscentrum voor professionals die betrokken zijn bij het scheidingsproces. Wij hebben maar 1 doel: Het verbeteren van de kwaliteit van scheidingsbegeleiding in Nederland!
🗞️ Wekelijks delen wij door ons geselecteerde relevante ontwikkelingen of verdieping. Wij vatten de essentie voor je samen en vertalen dit naar jouw praktijk. Ieder artikel bevat bronnen voor als je verder wilt lezen. Ook krijg je tips. Een artikel sluit af met een prikkelende stelling of vraag. Op die manier maken we het bijhouden van kennis efficiënt, inspirerend en praktijkgericht!
👍 Heb je een abonnement op Permanent Actueel of Praktijkondersteuning? Dan lees je dit artikel kosteloos via jouw persoonlijke leeromgeving.
💡 Nog geen abonnement? Ervaar nu zelf het gemak van Permanent Actueel met een gratis proefabonnement en blijf eenvoudig up-to-date over ontwikkelingen in de scheidingspraktijk: Lees het gehele artikel met een gratis proefabonnement!
Vind je dit artikel interessant voor jouw collega of netwerk?
Deel dit dan via onderstaande link:
Als ouders na een scheiding een gelijkwaardige zorgverdeling overeenkomen maar geen overeenstemming kunnen bereiken over waar het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, kunnen financiële argumenten dan doorslaggevend zijn? Hof Den Bosch geeft duidelijkheid.
Wat was er aan de hand?
De ouders hebben hun relatie verbroken. Zij hebben samen het gezag over hun minderjarige zoon. De scheiding verloopt moeizaam en vol conflict. De rechtbank heeft een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vastgesteld die neerkomt op een co-ouderschapsregeling. Het huurrecht van de voormalige gezamenlijke huurwoning is aan de man toegekend. Bovendien heeft de rechtbank bepaald dat de hoofdverblijfplaats van de zoon bij de vrouw is.
De man komt in hoger beroep tegen deze beslissing over de hoofdverblijfplaats. De man vindt dat de zoon bij hem zou moeten worden ingeschreven en geeft daarvoor de volgende argumenten:
De vrouw staat wel achter de beslissing van de rechtbank en wil dat de strijd met de man stopt. Zij voert als argumenten aan:
Het hof is van mening dat er geen omstandigheden zijn aangevoerd die maken dat het hoofdverblijf niet bij de vrouw kan blijven. Omdat de man en de vrouw op alle gebieden volstrekt gelijkwaardig aan elkaar zijn, is het in het belang van de zoon om ook de financiële kant te betrekken bij de beoordeling. De man heeft naar eigen zeggen een prima inkomen en een hoger inkomen dan de vrouw. Zij heeft een inkomen onder bijstandsniveau. Het financiële belang van de vrouw bij het hoofdverblijf van de zoon valt samen met zijn belang. Zo kan hij bij beide ouders een enigszins vergelijkbaar welstandsniveau ervaren. Het hof laat de hoofverblijfplaats van de zoon bij de vrouw.
Belang voor de praktijk
In de praktijk bestaat nogal eens het misverstand dat de hoofdverblijfplaats van een kind, dat wil zeggen het adres waar het kind staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (BRP), na een scheiding door de ouders zelf kan worden gekozen. Dit is nadrukkelijk niet het geval. Als de ouders het gezamenlijk gezag hebben, is de hoofdverblijfplaats van het kind op het adres waar het hoofdzakelijk verblijft en dient het kind op dat adres te worden ingeschreven. Als ouders het eens zijn over de zorgregeling vloeit daaruit automatisch voort bij welke ouder een kind moet worden ingeschreven. Alleen bij co-ouderschap, waarbij het kind bij beide ouders min of meer evenveel tijd verblijft, kunnen de ouders kiezen bij welke ouder het kind wordt ingeschreven.
Co-ouderschap en hoofdverblijfplaats
Bij co-ouderschap behoort een kind tot twee huishoudens. Een kind kan echter in de BRP maar op één adres worden ingeschreven. Onduidelijk is wat doorslaggevend is als ouders daar geen overeenstemming over kunnen bereiken. In de specifieke situatie bij het Hof Den Bosch was dat het financiële belang van de moeder. Als cliënten een co-ouderschap wensen af te spreken, moet de hoofdverblijfplaats van de kinderen uiteraard op de agenda te worden gezet. Je dient ouders te informeren over de financiële gevolgen hiervan:
Het financiële belang van de hoofdverblijfplaats van een kind is gelegen in het aanvragen van kinderbijslag en als gevolg daarvan het recht op kindgebonden budget. Dit laatste kan oplopen tot € 6.840 per jaar voor een alleenstaande ouder met 1 kind.
Bij co-ouderschap ligt het iets ingewikkelder. De kinderbijslag kan in dat geval op verzoek gesplitst aan de ouders worden uitbetaald. Het recht op kindgebonden budget blijft echter bij de aanvrager van de kinderbijslag.
De aanvrager van de kinderbijslag hoeft niet degene te zijn bij wie het kind staat ingeschreven. Bij meerdere kinderen kunnen beide ouders aanvrager zijn van de kinderbijslag ook als alle kinderen op één adres staan ingeschreven. Dit heeft als voordeel dat beide ouders, die in gelijke mate zorgdragen voor de kinderen, na de scheiding in aanmerking komen voor kindgebonden budget inclusief alleenstaande ouderkop. Uiteraard ontvangt elke ouder slechts het kindgebonden budget voor het kind waarvoor deze de kinderbijslag heeft aangevraagd en moet daarbij aan alle overige voorwaarden worden voldaan. Hiermee kan in die situaties de financiële positie van ouders worden geoptimaliseerd.
In de praktijk kan het echter ook voorkomen dat ouders een zorgregeling willen afspreken die voornamelijk gedreven wordt door financiële overwegingen. Als het inkomen na een scheiding onder druk staat, kan het voor ouders interessant lijken om optimaal gebruik te maken van de kindgebonden regelingen. Met name het kindgebonden budget kan oplopen tot een behoorlijk bedrag per maand. Als een zorgregeling na een scheiding echter niet aansluit bij de realiteit, kan dit tot grote problemen leiden. Mogelijk moeten er toeslagen worden terugbetaald of raken ex-partners in conflict omdat onderhoudsvoorzieningen zijn gebaseerd op onjuiste uitgangspunten. Deze situaties dienen in de praktijk uiteraard voorkomen te worden. Daarom is het belangrijk dat scheidingsprofessionals ervoor zorgen dat een zorgregeling echt past bij wat het kind nodig heeft. Financiële aspecten kunnen daarbij natuurlijk een rol bij spelen maar de zorgregeling mag niet uitsluitend daarop gericht zijn.
Wil je verder verdiepen in deze materie? De Scheidingsdeskundige biedt hiertoe diverse mogelijkheden:
|
Ben jij als professional betrokken bij scheidingen? Wil je jouw kennis op een efficiënte manier actueel houden en verder blijven ontwikkelen? Meld je dan aan voor Permanent Actueel van De Scheidingsdeskundige.