22 oktober 2024
In veel huwelijken, zeker in onze multiculturele samenleving, heeft minstens één van de echtgenoten een andere nationaliteit of zijn echtgenoten in het buitenland getrouwd. Vaak wordt verondersteld dat na verloop van tijd automatisch het Nederlandse huwelijksvermogensrecht geldt, als er geen andere rechtskeuze is gemaakt. Maar klopt die veronderstelling wel?
In veel huwelijken, zeker in onze multiculturele samenleving, heeft minstens één van de echtgenoten een andere nationaliteit of zijn echtgenoten in het buitenland getrouwd. Vaak wordt verondersteld dat na verloop van tijd automatisch het Nederlandse huwelijksvermogensrecht geldt, als er geen andere rechtskeuze is gemaakt. Maar klopt die veronderstelling wel?
De Rechtbank Zeeland-West-Brabant boog zich onlangs over een praktijksituatie.
De regels die bepalen welk huwelijksvermogensrecht van toepassing is, is (mede) afhankelijk van de datum van de huwelijkssluiting. In deze situatie ging het om een huwelijk gesloten in de periode van 1 september 1992 tot 29 januari 2019.
Wat was er aan de hand?
Man en vrouw hebben beiden uitsluitend de Marokkaanse nationaliteit als zij in 1998 in Marokko met elkaar trouwen. Op het moment van trouwen woonde de man in Nederland, de vrouw komt 8 maanden na de bruiloft ook naar Nederland. Sindsdien hebben zij uitsluitend in Nederland gewoond. Beiden hebben in 2002 de Nederlandse nationaliteit verkregen (naast de Marokkaanse). Zij hebben vóór en tijdens het huwelijk geen rechtskeuze gemaakt.
In 2022 gaan de man en de vrouw feitelijk uit elkaar en vervolgens komt er een echtscheidingsprocedure.
De vraag die bij de rechtbank voorligt, is welk huwelijksvermogensrecht van toepassing is op dit huwelijk. Dit bepaalt namelijk hoe het vermogen bij de scheiding dient te worden afgewikkeld en of de vermogensbestanddelen tot het privévermogen van een van de echtgenoten behoren of tot een huwelijksgemeenschap.
Omdat deze man en vrouw in 1998 in Marokko met elkaar zijn gehuwd, is het Haags huwelijksvermogensverdrag 1978 (HHV 1978) van toepassing. Dit verdrag is namelijk van toepassing op (buitenlandse) huwelijken gesloten in de periode tussen 1 september 1992 en 29 januari 2019.
Voor het huwelijk van de man en de vrouw geldt dat (in ieder geval) tot 2002 het Marokkaans huwelijksvermogensrecht van toepassing is, omdat
Op grond van artikel 7 lid 2 HHV 1978 vindt er gedurende het huwelijk een wijziging plaats naar (in deze casus) het Nederlandse huwelijksvermogensrecht, omdat dat het interne recht is van het land waar de man en de vrouw hun gewone verblijfplaats hebben en zij geen rechtskeuze hebben gemaakt.
Er zijn dan drie mogelijke tijdstippen voor deze wijziging:
Over het tijdstip van de wijziging verschillen de man en de vrouw van inzicht:
De rechtbank:
De rechtbank volgt het standpunt van de vrouw en past bij de vermogensverdeling met ingang van 2002 het Nederlands huwelijksvermogensrecht toe. Dit betekent tegelijkertijd dat de voor 2002 verkregen goederen onder het Marokkaanse recht blijven vallen (en dus aan de hand van die regels bekeken moet worden of het privévermogen of gemeenschapsvermogen betreft).
Belang voor de praktijk
In de situatie dat op grond van het Haagse huwelijksvermogensverdrag gedurende het huwelijk een omslag plaatsvindt naar het Nederlandse recht, blijft het buitenlandse recht van toepassing op de eerdere fase. In het Verdrag staat namelijk uitdrukkelijk vermeld dat een wijziging in het toepasselijke recht op grond van tijdsverloop slechts gevolgen heeft voor de toekomst. Dit wordt ook wel het “wagonstelsel” genoemd: elke periode-wagon met een eigen recht.
In die gevallen kan een rechtskeuze voor het Nederlandse recht mét terugwerkende kracht een oplossing bieden. Als echtgenoten een rechtskeuze voor het Nederlandse recht willen uitbrengen, moet dit gebeuren volgens de regels van de Europese Huwelijksvermogensrechtverordening 2016. Deze Verordening is voor Nederland per 29 januari 2019 in werking getreden. Als volgens die verordening een keuze voor het Nederlandse recht mogelijk is, is de nationaliteit van de echtgenoten niet meer van belang. In Nederland moet de rechtskeuze plaatsvinden middels een notariële akte. Aan de rechtskeuze moet terugwerkende kracht worden toegekend om voor de hele huwelijkse periode hetzelfde recht te kunnen toepassen.
Voor jou als scheidingsprofessional is het van belang om bij aanvang van een dossier met internationale aspecten duidelijkheid te hebben over welk huwelijksvermogensrecht van toepassing is. De regels van het internationale privaatrecht zijn echter complex. De datum van het huwelijk, het land van trouwen en de nationaliteiten van de scheidingsconsumenten kunnen allemaal van invloed zijn op de uitkomst. Als scheidingsprofessional doe je er goed aan op deze aspecten goed door te vragen en advies in te winnen bij een professional die hierin is gespecialiseerd. Toepassing van het Nederlandse huwelijksvermogensrecht mag niet te gemakkelijk worden aangenomen. Het risico hiervan is dat cliënten mogelijk niet ontvankelijk worden verklaard in hun echtscheidingsverzoek. Ook een aansprakelijkstelling van jou als scheidingsprofessional ligt op de loer als het vermogen bij scheiding niet naar het juiste recht wordt afgewikkeld.
Ben jij als professional betrokken bij scheidingen? Wil je jouw kennis op een efficiënte manier actueel houden en verder blijven ontwikkelen? Meld je dan aan voor Permanent Actueel van De Scheidingsdeskundige.